Mediteren zonder hard te werken
De instructies tijdens het mediteren kunnen best verwarrend zijn. De opdracht is:
– Openen voor wat er is.
– Laten zijn wat er is.
– Je sensaties verwelkomen.
– Niet oordelen.
– Toelaten wat er is.
– Er bij blijven.
– De aandacht richten.
– Zachtjes benoemen wat je opmerkt. Is dat prettig of onprettig?
– Wat is er nu?
– En als er niets is dan richt je je op de ademhaling, op het rijzen en dalen van de buik.
Allemaal hele goeie tips en aanwijzingen maar……… Het blijven woorden. En het zijn bijna allemaal werkwoorden, deze zijn actie-gericht, alsof je iets moet doen.
Ik merk dat ik allerlei dingen tijdens het mediteren ga doen. Als een sensatie opkomt ga ik hem toelaten, ga ik ervoor openen en hem verwelkomen. Tegen mezelf praten ‘ het is oké, het hoeft niet weg’.
En als er veel gedachten zijn heb ik de neiging om heel bewust de adem in de buik te voelen. Om daarop te richten. De aandacht daarheen te sturen. Zodat ik niet langer in gedachten verzonken ben.
Als er pijn is, dan ga ik door dat lichaamsdeel heen ademen. De liefdevolle aandacht en ontspanning naartoe brengen.
Al dat duwen en trekken is helemaal niet nodig weet ik nu na een weekje stilte retraite.
Ga gewoon zitten, ontspan wat, ik kijk nieuwsgierig naar wat op de voorgrond is. Daar hoef je niet naar te zoeken en daar gaat de aandacht vanzelf naartoe. Daar hoef je helemaal niets voor te doen.
De aandacht blijft erbij totdat dit meditatie-object vanzelf minder op de voorgrond komt. Dan is er weer iets anders op de voorgrond, of even niets, dan merk je soms dat de ademhaling in en uit gaat. Nogmaals je hoeft helemaal niets te doen. Misschien vanuit een soort nieuwsgierigheid er bij blijven. Maar dan heel passief, inactief. Zonder iets te doen.
Als je opmerkzaam ben komt er van alles langs.
Soms is er pijn, dan merk je dat daarbij afkeer en verzet meekomen. Onprettig. Hiervan weg willen.
Soms zijn er veel gedachten. Die benoem je dan wel even, gedachten, gedachten, gedachten. Blijf er wel even bij en kijk er na. Als je ze niet benoemt dat gaan we er helemaal in mee. Maar op een gegeven moment ben je er dan weer bij. Dan merk je op dat je er weer ben. ”Fijn dat ik er weer bij”. In die opmerkzaamheid gaan we verder. De aandacht is nu terug, de meester is weer thuis.
Je mediteert op deze manier veel vrijer, spant je nauwelijks in. Laat komen wat er komt en de aandacht richten gaat bijna vanzelf. Daar heb je bijna geen wilskracht of actie voor nodig.
Peace – Michiel Jojamis